Verkiezingen

Verkiezingen zonder winnaar

De verkiezingen van 15 maart kenden geen eenduidige winnaar. Voor de volgende lijkt de PVV van Wilders alvast weer goede kaarten te hebben.
16 maart 2017

Wat waren we met zijn allen in een jubelstemming. Het land was nog nooit zo onbestuurbaar als nu, maar door Wilders geklungel is het de PVV in ieder geval niet gelukt de grootste te worden. Ondertussen moeten we nog maar zien hoe de VVD twee tegenpolen als het CDA en D66 gaat laten meeregeren. En dan is nog niet gerekend met de ChristenUnie, die al helemaal niet kiest voor de stervensbegeleiding van D66. Ons land gunde zich woensdag een pauze van deze moeilijke tijd. Die zal echter maar van korte duur zijn.

Implosie

Je kunt het wenden of keren zoals je wilt, maar twee dingen zijn nog als net voor de verkiezingen. De kloof tussen links en rechts is met de implosie van de PvdA er niet kleiner op geworden. En de VVD en het CDA hebben zich zo ver naar rechts gestrekt, dat ze nu bij de coalitievorming wel de daad bij het woord moeten voegen. Daarbij heeft die nationalistische heruitvinding van de VVD en het CDA ervoor gezorgd dat met de zetels van de PVV en het Forum voor Democratie zo goed als de helft van de 150 plekken in de Tweede Kamer gereserveerd zijn voor een sterker nationaal geluid. Rechts is dus opgerukt.

Van links kan hetzelfde worden gezegd. GroenLinks heeft met Jesse Klaver een soort Bernie-Sanders-effect als in de Verenigde Staten bewerkstelligd, terwijl de SP het hart van de gepasseerde sociaaldemocratie is geworden. Lodewijk Asscher van de PvdA blijft dan nog wel geloven in vervlogen idealen, maar die werden buiten op PvdA-congressen zelf sowieso allang niet meer door de partij beleefd. De sociaaldemocratie lijkt niet meer opnieuw uit te vinden. Links is een vergaarbak van nichespelers geworden.

Splinterpartijen

Waar de samenleving twintig jaar geleden steeds ‘progressiever’ werd en rechts noodgedwongen steeds verder naar links opschoof, daar gebeurt nu het omgekeerde. Bij iedere verkiezing drijven we verder richting conservatieve hoek en worden de linkse partijen in de verdediging gedwongen. Het linker smaldeel dat zich tegen die ontwikkeling verzet, pakt zich nu samen in splinterpartijen als GroenLinks, SP en D66. En met de groei van DENK komt er zelfs weer een vleugje verzuiling terug.

De VVD is de enige partij die ondanks haar verlies soeverein overeind is gebleven. Voor het CDA en D66, die net voor de PVV onder moesten doen, staat mede daardoor nu veel op het spel. Stappen ze bij de VVD in, dan zouden ze door de sterke onderlinge verschillen in hun programma’s daarvoor nog wel eens de rekening kunnen betalen. Iets waarvan de PVV dan weer bij de volgende verkiezingen zal profiteren, net als van de onvermijdelijke VVD- en Rutte-vermoeidheid.

Business as usual

De peilingen voor de verkiezingen toonden dat verval al. En nu de VVD weer teruggaat naar business as usual en het de problemen van Wilders kiezers vooral door een economische bril wil bekijken, is teleurstelling niet ver weg. We moeten ook niet raar opkijken, dat wanneer Rutte en Buma van het CDA samen gaan formeren en ze de scherpe kantjes van hun culturele agenda’s afhalen, de PVV binnen de kortste keren weer de grootste partij zal zijn.

De politieke versplintering blijft voor instabiliteit zorgen. En mochten D66 en het CDA er samen niet uitkomen, dan wordt het volgende kabinet een samenraapsel zonder cohesie en/of zonder meerderheid in de Eerste Kamer. De volgende verkiezingen zullen dan niet ver weg zijn. Bovendien blijft van Wilders met zijn kiezerspotentieel een grote invloed uitgaan. Deze verkiezingen kenden geen duidelijke winnaar. Bij de volgende lijkt de PVV van Wilders alvast weer goede kaarten te hebben.