Samenleven

Samenleven is meer dan voor jezelf zorgen

Het populisme laaft zich aan de algehele weerwil om andermans leven beter te maken. Leren we weer offers te brengen, dan lost de onvrede op.
9 februari 2017

De kloof tussen de winnaars en verliezers van de moderne tijd is nog net zo groot als toen Pim Fortuyn er in 2001 al tegen ageerde. Maar anno 2017 zijn met de verkiezing van Donald Trump en het doorstotende Europees populisme de rollen wel aan het omdraaien. De zich verloren wanende arbeider vaardigt inmiddels vanaf het pluche decreten uit, terwijl de elite van weleer onthutst is achtergebleven. Die kan er nu voor kiezen met haar moraal steeds verder op te schuiven in de richting van die van de rebellerende onderklasse of om anders definitief plaats te maken.

Sinds dat Fortuyn zo tegen het sociaalliberalisme van ‘Paars’ schopte, zijn de gevestigde politieke partijen dan ook steeds verder in de rechts-conservatieve hoek gedreven. Voor de kloof in de samenleving deed dat echter weinig. De proteststemmers van Fortuyn zijn immers onder de hoede van Geert Wilders juist verder opgeschoven naar de links-conservatieve hoek, van waaruit nu met toenemend succes culturele diversiteit en een ieder-voor-zich-mentaliteit bestreden worden.

Aanname

Die kloof laat zich niet zozeer verklaren door de tegenstellingen stad – platteland, jong – oud en hoogopgeleid – laagopgeleid, maar eerder door de individualisering van de samenleving en de grenzenloosheid van het globalisme. De zelfredzame mens zou zich door kennis verheven immers zelf wel in de wereld handhaven, zolang overheden ‘m maar zijn gang lieten gaan. De sociale winst van zo’n samenleving is daardoor samen gaan vallen met de winsten van het bedrijfsleven, dat innoveert om een onverzadigbare behoefte naar meer te kunnen vervullen.

Dat van die zelfredzaamheid, dat is echter een aanname zonder eeuwigheidswaarde. Mensen blijken namelijk in meer of mindere mate zelfredzaam te zijn, zowel op één moment bezien als over tijd gekeken. Met die grenzenloosheid komt bijvoorbeeld de vereiste om snel te kunnen inspelen op technologische ontwikkelingen, iets dat hogeropgeleiden gemakkelijker afgaat. En door de vergrijzing neemt de zelfredzaamheid per definitie af en ontbreekt het daarbij in zo’n samenleving sowieso aan de drang om maar te blijven innoveren.

Pervers

Bovendien is de mens als arbeider helemaal vergeten. Eerst kwamen de lonen en banen van laaggeschoolde arbeiders onder druk te staan, die met uitgeklede vakbonden met een zich naar de middenklasse opwerkende onderklasse in Zuidoost-Azië moesten concurreren. Daarna werd de lagere middenklasse weggeautomatiseerd en inmiddels is het de beurt aan de hogere middenklasse om via ZZP-constructies mekaar te beconcurreren. De winnaars van die strijd vinden hun weg naar de VVD, de rest versnippert uit onvrede het politieke spectrum.

We komen zo in de perverse situatie terecht dat bij de Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart de winnaars van globalisering, de VVD en VVD-kiezers, het opnemen tegen de grootste verliezers, de PVV en diens aanhang. De overgrote rest bungelt daar als ‘kwart, halve of driekwart’ verliezer machteloos tussenin. Die rest ziet straks een uitslag die of neigt naar meer van de status quo of juist een destructieve anti-islamitische revolutie oplevert, die ook niet de bedoeling is. Het gevolg is dat de onvrede zo weer vier jaar zal verder etteren.

Woede

Dat proces gaat door totdat het ergens breekt. De Trumps en Wildersen hebben geen uitgewerkte, allesomvattende antwoorden op de problemen van onze tijd. Ze zijn wel katalysatoren die ondernemen. Het is door het gebrek aan geestverwantschap met de gevestigde bovenklasse dat populisten in hun kleine kring van gelijkgestemden steeds dieper in een tunnel van ideeën kijken. En aangezien het electoraat zich toenemend machteloos voelt bij de status quo, ontstaat zo een instabiele mix van frustratie en éénrichtingsdenken.

De uitwassen die daardoor ontstaan zijn echter voor ieders rekening, maar zeker voor de gevestigde orde. Als we immers van één samenleving willen spreken, dan kunnen we er in een democratie niet onderuit iedereen zich in zekere mate vertegenwoordigd te laten voelen. Het versplinterde politieke landschap toont echter hoezeer we gevangen zitten tussen de behoefte aan meer samenhang en uniformiteit enerzijds en de individualistische reflex die ons voor onze zelfbeschikking doet opkomen anderzijds. Met alle woede van dien.

Reparatieslag

Die woede bedreigt ook onze veiligheid. ‘Europa’ is bijvoorbeeld van een defensief construct – samenwerking om conflict tegen te gaan – verworden tot een promotor van een liberale moraal. Nu dat het sentiment zich tegen dat liberalisme keert, dreigt in Europa, a là Brexit, een ieder-voor-zich van in macht krimpende, maar soevereine landjes. Die liggen dan economisch tussen de machtsblokken in het westen en oosten, terwijl ze door overbevolking, migratie en terrorisme vanuit Afrika en het Midden-Oosten bedreigd worden.

Externe veiligheid kan dan ook niet zonder interne samenhang. Er is een reparatieslag nodig die de verhoudingen herstelt tussen de diverse groepen in de samenleving. De komende twee, drie decennia zouden vanwege de vergrijzing sowieso al in het teken staan van ontsparingen, oplopende rentes, minder investeringen en daarmee minder innovatie. Het is zinloos om in zo’n samenleving bedrijven winsten (verder) te laten oppotten, zeker als in ruil daarvoor via belastingheffing en herverdeling de sociale samenhang kan worden vergroot.

Offers

Maar de noodzaak tot meer samenhang gaat voorbij aan het economische alleen. We zijn van een samenleving van uniforme meerderheden gegaan naar een samenleving waarin vooral als kwetsbaar voorgestelde minderheden disproportioneel veel aandacht krijgen. Dat werkt natuurlijk als een lap op een rode stier bij diegenen die zich ooit bij een hechte meerderheid waanden, maar zich nu ontheemd en verwaarloosd voelen. Wanneer we die blijven negeren, verandert om te buigen afgunst steeds meer in oncontroleerbare haat.

Zolang we niet inzien dat samenleven meer behelst dan alleen voor jezelf zorgen, blijft de onvrede die populisten met succes laat rebelleren. De moraal die een verheven, zich vrij bewegend individu voorstaat is uitgewerkt. Het onderdrukken van de tegenbeweging, die praktisch, zonder ervaring en enigszins primitief weer samenhang probeert te creëren, levert buiten scherven niets op. We kunnen alleen samenleven als we bereid zijn offers te brengen die andermans leven beter maken. Lukt ons dat, dan verdwijnt ook de onvrede weer.