Klimaat

Alleen een klimaatbelasting kan de aarde redden

Klimaatbelasting is nodig om ons gedrag te sturen en om schade te betalen. Technologische vooruitgang alleen lost onze problemen niet op.
10 juni 2015

Onlangs stelden zes grote Europese energiebedrijven voor om met de VN te werken aan een wereldwijd systeem dat de kosten van CO2-uitstoot belast. En deze week lieten de leiders van de G7, het overlegorgaan van de zeven meest geïndustrialiseerde landen ter wereld, weten dat ze de CO2-uitstoot in 2050 met 40 tot 70 procent willen verminderen ten opzichte van het niveau in 2010.

Was de temperatuurstijging op aarde vijftien jaar geleden nog een politiek twistpunt, inmiddels zijn we zover dat overheid en bedrijfsleven over elkaar heen vallen om te laten zien hoe goed ze het wel niet met de wereld voorhebben. Aan doelstellingen geen gebrek. Waar we echter voor moeten waken is dat we onszelf met holle retoriek niet voor de gek laten houden. Het is gemakkelijk beloven als de rekening daarvoor naar volgende generaties wordt gestuurd.

Voor de bühne

De publieke discussie over de opwarming van de aarde gaat nooit over wat we moeten laten, maar altijd over een probleem waarvoor we nog geen oplossing hebben gevonden. Dit denken zit over het algemeen diep verankerd in de Westerse geest. Problemen zijn slechts hobbels op een lange weg naar welvaart. De opwarming van de aarde is dan wel een grote, maar ook die zullen we uiteindelijk vast wel overwinnen.

De realiteit is echter dat we een – in de woorden van de Canadese premier Harper – “serieuze technologische transformatie” moeten doormaken om die hobbel plat te walsen. Iedere klimaatdoelstelling die dan ook niet wordt gestaafd enerzijds met een duidelijk uiteenzetting van de technologische mogelijkheden of anderzijds een overzicht van de kosten voor wanneer dat niet lukt, is alleen voor de bühne. Om een goed gevoel te geven, om politieke coalities in stand te houden, maar niet om het probleem daadwerkelijk op te lossen.

Klimaatbelasting

Willen we de opwarming van de aarde aanpakken, dan hebben we de keuze uit een risicovol en een kostbaar alternatief. Vertrouwen we op de vindingrijkheid van de mens, dan komen toekomstige generaties bedrogen uit wanneer we toch minder inventief bleken. Het kostbare alternatief is om drastisch onze manier van leven te herzien. Dat betekent dat er minder geproduceerd en geconsumeerd zal moeten worden.

Een manier om dat te bereiken is door klimaatbelasting te heffen. Maar dan niet meer alleen generiek per ton aan uitstoot, maar op basis van de essentie van een product voor het bestaan van een mens. Afhankelijk van nut en noodzaak dus. Net zoals bij de BTW, waar tarieven van 0, 6 en 21% worden berekend, zouden er voor producten verschillende CO2-belastingtarieven kunnen gelden. Twee producten met dezelfde CO2-uitstoot kunnen zo toch anders worden belast.

Fonds

Maar met een CO2-heffing alleen zijn we er nog niet. Het is immers pas sinds kort dat we aanvaarden dat we de aarde onherstelbaar aan het veranderen zijn. Dat proces voltrekt zich echter al twee eeuwen, waarin vooral de geïndustrialiseerde Westerse landen een groot aandeel hebben gehad zonder dat de kosten daarvan zijn doorberekend. Die schade moet nu alsnog achteraf worden gecompenseerd.

Ten eerste is er schade van de opwarming zelf die onherstelbaar is. Denk aan oogsten die mislukken, dieren die uitsterven en stukken land die mogelijk onderlopen. Het gevaar voor de mensheid in de risicogebieden moet door ontwikkelde landen worden aangepakt. Dat betekent dus ook dat er middels belastingheffing geld richting die gebieden zal moeten gaan. De G7 sprak over $100 miljard per jaar.

Ten tweede is er ook een morele verplichting om technologie te ontwikkelen die bijdraagt aan het verder duurzaam worden van samenlevingen. Daarvoor zou een fonds in het leven moeten worden geroepen dat onderzoeksinitiatieven ondersteunt. De Wereldbank zou als model voor zo’n organisatie kunnen dienen. Dat fonds wordt overigens vooraf gevuld met belastinggeld, dus opgebracht door huidige generaties. Ontwikkelde technologie zou dan als een soort herstelbetaling, gesubsidieerd naar rato van het nationaal inkomen, met armere landen gedeeld kunnen worden.

Armer

Diegenen die met een nauwe blik naar de wereld kijken, die zullen concluderen dat we van al dat belastingbetalen armer worden. Je kunt die afname ook zien als een verplichte bijdrage aan het onderhoud aan de eigen leefomgeving. En als we uiteindelijk toch zo vindingrijk blijken te zijn dat we onze huidige manier van leven kunnen voortzetten, dan worden we vanzelf weer rijker. Wanneer we dit nu niet onder ogen willen zien, dan is ons klimaatprobleem voor risico van toekomstige generaties.

Na het mislukte Kyoto-protocol zal er in december in Parijs opnieuw worden geprobeerd om tot een globaal akkoord te komen. Die conferentie kan alleen succesvol zijn als er middels klimaatbelasting kosten verbonden gaan worden aan ons consumptiegedrag, we de al geleden schade compenseren en we gaan bijdragen aan globaal onderzoek naar bestendige oplossingen. We houden onszelf voor de gek als we denken dat technologische ontwikkeling alleen zomaar een duurzame planeet gaat opleveren.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd onder de titel ‘Klimaatbelasting laat de aarde afkoelen’.