Coronavirus

Redden we levens of leven we verder?

23 maart 2020 – De verwarring over groepsimmuniteit is alweer achterhaald, maar de vraag blijft hoe we met het coronavirus verder willen/moeten omgaan?

Premier Rutte ging het u niet zo expliciet vertellen, maar met de aanpak ‘groepsimmuniteit’ zouden we van heel wat mensen afscheid hebben moeten nemen. Was dit virus een ‘normale’ griep/verkoudheid geweest, dan hadden we daar als samenleving ook niet bij stilgestaan. Het coronavirus maakt echter zo’n 15-35 keer (huidige stand) zoveel dodelijke slachtoffers en met de ophef die er al maanden over het virus is, is niet-bestrijden dan ook geen optie meer. De vraag is alleen: hoe rechtvaardigen we de slachtoffers die door politieke keuzes vallen?

Illusie
Bestrijden wekt misschien de illusie dat er iets op een specifieke plek de kop wordt ingedrukt. In het geval van het coronavirus is bestrijden niet blussen, maar het gecontroleerd laten uitbranden van een gebouw. Wat u tot nu toe heeft gezien is de steekvlam op het fornuis. De brandweer is het echter al duidelijk dat niet alleen de keuken, niet het appartement, maar het hele flatgebouw als verloren moet worden beschouwd. Wat u namelijk niet ziet, is hoe het vuur zich via gasleidingen door houten vloeren in een tochtige (zuurstofrijke) flat verplaatst.

Zo gaat dat ook met het coronavirus. Bij het RIVM hebben ze verstand van virussen en modelleren ze hoe een specifiek virus met bepaalde aan het virus inherente eigenschappen zich voortbeweegt door een samenleving, die op een Nederlandse manier is ingericht en waarin mensen zich eveneens op een bepaalde manier gedragen. Voor de verspreiding van het virus zijn die twee cruciaal. Het zijn immers mensen die (onbewust) het virus aan anderen uitdelen en van anderen aannemen.

Wat een model is
Modellen proberen de werkelijkheid zo nauwkeurig mogelijk te beschrijven. Ze bestaan uit tig variabelen. Zo zal ieder virus andere eigenschappen hebben. Het één infecteert menselijke cellen misschien ‘beter’ dan het andere, beweegt gemakkelijker door de lucht of overleeft eventueel langer buiten een lichaam op oppervlakken als bijvoorbeeld deurklinken en kleding. Mogelijk dat sommige dragers van het virus het ook in grotere hoeveelheden verspreiden dan anderen.

Om een voorbeeld te geven van de inrichting van de samenleving: het is inmiddels algemeen bekend dat ouderen een verhoogd risico lopen om aan het virus te overlijden. Stel kinderen zouden bovengemiddeld verspreiders van het virus zijn, dan is een samenleving waar opa’s en oma’s over het algemeen op de kinderen passen, en waar dus geen professionele kinderopvang zou zijn, zeer ongunstig om slachtoffers te voorkomen. Die twee groepen moeten dan zoveel mogelijk uit elkaar worden gehouden.

Een voorbeeld van gedrag: in de modellen wordt ook rekening gehouden met hoe goed wij de aanwijzingen van de overheid opvolgen. Als wij immers niet in de elleboog niezen, handen willen wassen en op anderhalve meter afstand van elkaar blijven, dan zijn er over het hele land gezien meer besmettingen. U besmet een ander misschien niet als u een keer vergeet u aan de voorschriften te houden, maar als we allemaal wel eens vergeten om ons aan de voorschriften te houden, dan ‘springt’ in x% van de gevallen het virus wel over.

Kosten
Beslissingen over de bestrijding van het virus worden uiteindelijk op basis van scenario’s genomen. Uit de toespraak van premier Rutte vorige week maandag kon u al opmaken dat het RIVM het kabinet drie scenario’s heeft voorgelegd. Die scenario’s beschrijven een eindstaat/einddoel en de weg waarlangs dat doel wordt bereikt. Ze gebruiken het model als basis en sommen de dingen op die nodig zijn om het doel te bereiken. Ook zal er op de risico’s van ieder scenario zijn ingegaan.

Bij een ‘regulier’ verkoudheids- of griepvirus, waaraan ‘maar’ 0,1% van de geïnfecteerden bezwijkt nemen we geen extra maatregelen. We zien die sterfgevallen als het resultaat van een natuurlijk proces waarop we geen invloed hebben. Iedereen moet ergens aan dood gaan en (vaak) bezwijken mensen op leeftijd dan aan een virus. Zo’n virus met extra middelen bestrijden kost ook veel meer dan het oplevert: levens worden slechts met maar weinig tijd gerekt, terwijl de samenleving er grote offers voor zou moeten brengen.

Virusfabrieken & groepsimmuniteit
Net als bij prooidieren moeten virussen zich snel vermeerderen om als virus te kunnen blijven bestaan. Ze hechten zich daarom aan o.a. menselijke cellen (in de longen bijvoorbeeld) en gebruiken die als vestingsplaats voor een nieuwe virusfabriek. Het wapen van het virus is zijn onzichtbaarheid. Wij mensen zijn sociale wezens en zoeken elkaars aanwezigheid op. Het virus gebruikt dat nauwe contact om onzichtbaar van de ene mens naar de andere ‘over te springen’ en nieuwe fabrieken te beginnen.

Het menselijk lichaam zal het virus willen bestrijden door zogenaamde antilichamen aan te maken. Bij het overgrote deel van de mensen gaat dit vanzelf en zonder problemen, bij een klein deel lukt dat niet (goed). Zij worden dan slachtoffer van het virus. Na het aanmaken van de antilichamen zal niet alleen de eigen virusfabriek ophouden te bestaan, maar kan zich voorlopig ook geen nieuwe virusfabriek meer vestigen. Mensen zijn dan immuun voor het virus geworden.

Hoe groter het deel van de bevolking dat immuun is geworden, hoe kleiner het vrije terrein waarop het virus nieuwe fabrieken zou kunnen vestigen. Het virus waart wel nog rond, maar lang niet meer in epidemische proporties. Iedereen die het virus dan nog niet heeft gehad, is dan wel niet immuun, maar heeft een kleinere kans om het te krijgen. Daarmee wordt er dan ook tijd gewonnen om te wachten op een vaccin (voor zij die nog niet immuun zijn en om herbesmetting op lange termijn te beheersen). Dat is groepsimmuniteit die via een natuurlijk verloop tot stand komt.

Offers
Premier Rutte kondigde groepsimmuniteit aan als doel vooraf bij een virus dat niet alleen veel dodelijker is dan een gewoon virus, maar waarvan de rest van de wereld ook nog eens heeft gezegd: dit virus moeten we wel willen bestrijden, want het aantal slachtoffers is te hoog. Wat premier Rutte met het begrip groepsimmuniteit leek voor te stellen, was om duizenden mensen te offeren ten einde de rest van de bevolking immuun te laten worden. Dat zou dan niet alleen nu een significant hoger sterftecijfer dan elders betekenen, maar mogelijk ook in de toekomst, aangezien immuniteit niet blijvend is (de keerzijde: samenlevingen die virusgolven/groepsimmuniteit onderdrukken zitten met het probleem dat ze het dagelijkse leven moeten blijven bevriezen totdat er een effectief vaccin is).

Aangezien de overheid met haar communicatie niet verder is gekomen dan ‘groepsimmuniteit’ (ook al sprak het RIVM twee dagen later tegen dat dit de door hen geadviseerde aanpak zou gaan zijn) en praktische voorschriften als afstand houden en handen wassen, is mij de huidige aanpak nu niet duidelijk. Het doel op korte termijn lijkt in ieder geval te zijn om het aantal patiënten die met zware symptomen te maken krijgen zo beheerst te krijgen dat het aantal bedden altijd groter is dan het aantal patiënten.

Lopende band
Maar, in hoeverre doen we nu nog steeds aan beleidsmatige groepsimmuniteit? En hoe ziet die er dan uit? Gebruiken we de modellen van het RIVM om de komende maanden zoveel mensen zich te laten besmetten dat de intensive care er net niet door overbelast raakt? Groepsimmuniteit zou dan gezien kunnen worden als een lopende band waarop niet-besmette mensen gedoseerd besmet worden, met de daaropvolgende sterfgevallen als onvermijdelijke bijkomende nevenschade.

Of proberen we tóch het aantal besmettingen uiteindelijk richting de nul (zo laag mogelijk) te laten bewegen en managen we het virus totdat er bijvoorbeeld een vaccin is?

Hoe willen we op termijn met het coronavirus omgaan? En welke maatschappelijke belangen heeft het kabinet nu eigenlijk afgewogen (voor de buitenwereld lijken er momenteel helemaal geen belangen afgewogen; het RIVM adviseert, het kabinet voert uit, de Tweede Kamer stemt bij meerderheid toe)? En zijn dat ethisch gezien de juiste afwegingen? Willen we zoveel mogelijk levens redden of net als bij een verkoudheid/griep zoals we die van vroeger kennen gewoon verder leven?

U bent slechts een statistiek, maar wel één met een verantwoordelijkheid

Wij burgers misbruiken statistiek. Als wijdverbreid gerapporteerd wordt dat vooral ouderen al dan met niet een medische indicatie voortijdig sterven door het virus, dan kan dat jongeren of ‘gezonderen’ de indruk geven dat zij niet aan het virus zullen bezwijken. Statistiek doet echter aan waarschijnlijkheid, niet aan zekerheid. We moeten niet raar opkijken wanneer er 16- en 43-jarigen aan het virus sterven. Iedereen heeft potentieel een kruisje op zijn rug.

Ook al zijn wij mensen slechts een statistiek in de samenleving, dan wil dat niet zeggen dat ons lot daarmee onvermijdelijk is. Wij kunnen de uitbraak van het coronavirus in Nederland/Europa/de wereld niet meer voorkomen, we kunnen het pad en de intensiteit ervan wel sturen. Statistieken zijn niet onmaakbaar, ze beschrijven slechts de werkelijkheid. Veranderen we de werkelijkheid, veranderen de statistieken. Wij kunnen dus door ons gedrag aan te passen de aantallen slachtoffers kleiner maken en een epidemie laten uitsterven/beheersbaar houden.

Daarom volgende:

A. we kunnen allemaal het virus dragen en verspreiden zonder (noemenswaardige) symptomen. Dat betekent dat we onbewust iemand het virus kunnen bezorgen die dat niet overleeft. Er rust dus een morele verantwoordelijkheid op ieders schouders, waarbij het niet-naleven van voorschriften gelijk staat aan een moreel ‘dood door schuld’ (voor het juridische dood door schuld kan gevangenisstraf worden gegeven);

B. niet rekening houden met anderen is ook nogal kortzichtig en alleen aan te raden voor wie écht helemaal alleen door het leven gaat. Want als iedereen zich onaantastbaar waant, dan zullen alle onaantastbaren samen uiteindelijk ook iemand besmetten die we dierbaar hebben. Dat kan niet anders;

C. en nog praktischer: één of meerdere variabelen in het model houden rekening met onze volgzaamheid/socialiteit (of: de zichtbaarheid ervan in het aantal besmettingen). Als we met zijn allen asocialer zijn dan waar het model rekening mee houdt, dan worden de voorschriften strikter en onze levens verder ingeperkt.

Er is op dit moment maar één effectief medicijn tegen het coronavirus: niezen in de elleboog, handen wassen, zakdoeken weggooien, bij symptomen zelf-isoleren en 1,5 meter afstand van elkaar houden (volg de richtlijnen van de Rijksoverheid).

Het voorkomt tientallen, honderden, zoniet duizenden extra doden en een hoop ellende in ziekenhuizen én in de samenleving. We moeten beter doen dan waar de variabelen in de modellen, de statistieken rekening mee houden. Dat is onze enige taak.