Limburg, Openbaar bestuur

Limburg hoort in het strafbankje

Zou het na de zoveelste corruptie-affaire in Limburg niet eens anders moeten? Tijd voor het Rijk om normen en waarden te herstellen.
20 april 2021 | De Limburger

De Roermondse politicus Jos van Rey was nog niet goed en wel veroordeeld voor corruptie of het ministerie van Binnenlandse Zaken moest de provincie Limburg alweer op de vingers tikken voor het onderhands gunnen van adviesopdrachten aan oud-politici. Dat blijkt ondertussen niet meer dan het voorspel te zijn geweest voor de affaires waarin het Limburgse CDA onder Ger Koopmans verwikkeld is geraakt en die inmiddels het hele provinciebestuur de kop hebben gekost.

Het zou naïef zijn te geloven dat met het aanstellen van Johan Remkes als waarnemend commissaris van Koning het bestuur in Limburg deze keer wél anders wordt. Alle goede bedoelingen van de opnieuw in de mode geraakte ‘tegenmacht’ en ‘nieuwe bestuurscultuur’ ten spijt is het onwaarschijnlijk dat die in Limburg door de hardnekkige laag van het bijzonder-zijn kunnen breken. Het voor eigen volk opkomen is er een deugd en daarmee ook het nauw ermee verbonden iets voor elkaar betekenen.

Doeners
Wat Limburg zo speciaal maakt, is dat het zichzelf zo speciaal vindt. De provincie ligt ver van het centrum van de macht en heeft weinig bijzondere relevantie voor de rest van het land. Anders dan elders moet de irrelevantie in Limburg echter worden gecompenseerd door prat te gaan op het anders-zijn, met vlag, volkslied en zijn eigen dialect. Ook klopt het zich op de borst met door anderen gesubsidieerde campussen, infrastructuur en aangetrokken bedrijven, waarvan de relevantie voor Limburg zelf lang niet altijd duidelijk is.

Maar goed, wat willen mensen die in een gebied leven dat steeds achterop dreigt te geraken? Dat iemand iets doet. En hoe iets gebeurt is daarbij minder belangrijk dan dat er iets gebeurt. Zo krijg je de Van Reys en de Koopmans van deze wereld. Het zijn doeners die (te) lang meedraaien en de spil in een netwerk worden dat hen in staat stelt iets van een stad of provincie te maken. Gedragen door zoveel gelijkgestemden, donateurs en kiezers gaat het dan ooit ergens fout en wordt een anders inflexibele overheid van regels er één die kan meebuigen voor wie de juiste contacten heeft.

Corruptie en machtsmisbruik zijn niet per se Limburgs, maar de combinatie van een groep in de verdrukking met een sterk gevoel van eigen identiteit plus een stroom subsidie die vele gaten moet vullen maken Limburg er wel gevoeliger voor. Tel daarbij nog eens op de gebrekkige controle door parttime werkende en onder coalitiedruk opererende Staten- en gemeenteraadsleden, die ook nog eens langzaam hun democratische legitimiteit verliezen, en de altijd middelen tekortkomende media en aan alle condities is voldaan.

Evolutie of revolutie
Er zijn nu twee opties: evolutie of revolutie. Evolutie is het vernieuwen van het decennia-oude, maar mislukte recept van een nieuwe gedragscode, nieuwe gezichten en plechtige beloftes. Een revolutie is veel moeilijker. Niet alleen vereist die het echt aanpakken van de moeilijke economie, maar nog belangrijker, het doorbreken van de twee-eenheid aparte cultuur met eigen bestuur. Het loskoppelen van beiden zou een principiële breuk betekenen met hoe het lokale bestuur in Nederland nu is georganiseerd.

De meest rigoureuze aanpak is het wegnemen van bestuurlijke taken en die bij de provincie Noord-Brabant of (andere) gemeenten onder te brengen. Misschien nog effectiever zou het landelijk instellen van een strafbankje zijn. Daar waar corruptie en machtsmisbruik voorkomen, klein of groot, daar wordt het lokale bestuur zonder pardon voor een van tevoren vaststaande periode overgedragen aan technocratische bestuurders van buiten de regio. Het is dan aan lokale overheden om de rot uit hun midden te houden en te tonen dat besturen naar Nederlandse normen en waarden kan.

Dit artikel verscheen bij De Limburger op 28 april 2021.