Euro, Europa

Vergeef de Grieken onze fouten

Wij vinden dat de Grieken hun schulden moeten afbetalen, terwijl wij ook niet vrijuit gaan. Alleen hoeven wij van onszelf niet te boeten.
21 juni 2015

Good cop, bad cop zouden de Griekse premier Tsipras en minister van Financiën Varoufakis spelen. Varoufakis als de econoom die zich onmogelijk maakt, terwijl met Tsipras politiek nog wel wat te onderhandelen valt. Beiden zijn echter overtuigd van de schuld die Europa aan de miserie in Griekenland heeft. Helemaal ongelijk kun je hen daarin ook niet geven.

Onze protestantse mores schrijven dan wel voor dat zondaars hun schulden hoe dan ook af moeten betalen, de geschiedenis leert dat dit met hoge staatsschulden eigenlijk nooit gebeurt. De Griekse crisis is het gevolg van ontwerpfouten in de euro en politieke gretigheid vijftien jaar geleden. Wij waren bij beiden nauw betrokken. Onze tekortkomingen weigeren we nu echter onder ogen te zien, laat staan dat we de Grieken vergeven.

Verschillen

Ondanks dat de crisis nu al vijf jaar duurt, laat ie zich eigenlijk gemakkelijk oplossen. Voor een gemeenschappelijke munt heb je samenlevingen nodig die cultureel en daarmee economisch redelijk verwant aan elkaar zijn. De euro was echter andersom bedacht: eerst komt de munt, waarna de samenlevingen vanzelf naar elkaar toe zouden groeien.

De verschillen onderling blijken echter groter dan geanticipeerd. Zo lijkt Griekenland institutioneel eerder op een ontwikkelingsland, waar het normaal is dat insiders er warm bijzitten en outsiders de pech hebben niet in de juiste kringen te verkeren. Met alle list en bedrog van dien. Denk aan het cliëntelisme – het kopen van stemmen met wederdiensten – en het vervalsen van statistieken.

Dat de Grieken konden toetreden tot de Europese Monetaire Unie en de euro was echter een politieke beslissing, gedragen door alle (euro)landen in Europa. Het werd belangrijker geacht dat zoveel mogelijk lidstaten vanaf het begin aan de euro meededen, dan dat aan de daarvoor gestelde criteria was voldaan. De kiem voor de huidige crisis werd zo gezaaid.

Leningen

Vervolgens zijn vooral West-Europese banken geld gaan uitlenen in de veronderstelling dat het risico op niet-afbetaling in Griekenland even groot zou zijn als in de rest van Europa. De Grieken aan de andere kant werden ineens overspoeld met leningen met (lage) rentes die ze voor de euro niet gewoon waren. Na de financiële crisis in 2007/2008 begon die situatie onhoudbaar te worden.

Was in 2010, bij het eerste steunpakket voor Griekenland, besloten om de verstrekkers van het krediet te laten opdraaien voor de kosten, dan had het land nu een beheersbare staatsschuld gehad. Dat had echter niet gepast bij onze manier van denken. Diegene die de lening aangaat is schuld, niet diegene die ‘m verstrekt.

De rest van Europa heeft zo vooral zichzelf gered en de rekening aan de Grieken gegeven. Na vijf jaar hervormen om de schulden af te kunnen betalen is een kwart van het Griekse nationaal inkomen verdwenen en zo’n 25% van de bevolking werkloos. Perspectief voor de toekomst is er niet. Wij kunnen dan wel blijven hameren op eigen verantwoordelijkheid, maar voor de Grieken is er geen reden meer om daar op in te gaan.

Oplossing

In Griekenland moeten twee problemen opgelost worden. Het essentiële culturele en het bijkomende economische. Het oplossen van het eerste is een voorwaarde voor blijvend lidmaatschap van de euro én de Europese Unie. Wanneer het land politiek en bestuurlijk niet meer Europees wordt – dus transparanter en onafhankelijker van gevestigde belangen, dan kan het zich beter bij de Afrikaanse Unie aansluiten.

Maar het economische probleem is net zozeer onze schuld als die van de Grieken. Het ontwerp van de Europese Monetaire Unie klopte niet, het uitgangspunt was het verkeerde. Griekenland aan de andere kant heeft niet de mentale instelling om op een Angelsaksische of Noord-Europese manier in de wereld mee te draaien. Dat het land relatief armer wordt, komt door het gebrek aan creativiteit, ontwikkeldheid en hoogwaarde exportproducten.

Ieder akkoord of compromis zonder substantiële schuldenverlichting is niet meer dan uitstel van executie. Tijd trekken totdat een volgende generatie politici uiteindelijk alsnog de verstrekte leningen moet afschrijven. Ondertussen zit daar ook de oplossing: ruil economische modernisering en aanpassing door de Grieken nu voor schuldenverlichting later.

Kleinzielig

De uitdaging is echter onze kleinzieligheid. Het is niet voor niets dat we zo wijzen op eigen verantwoordelijkheid. Europa en de euro zijn er om Nederland in de wereld mee te kunnen laten doen. Ze zijn er om een continent dat voortdurend in oorlog verviel kalm te houden. Europa is een machtsblok tussen Azië en Amerika. Nederland hoogstens een vlek daar ergens tussenin. Europa is geen speeltje van een paar, maar noodzaak voor velen. En wij tellen alleen onze centen.

Wij ontlenen sowieso een gevoel van morele superioriteit aan ons welvaartsniveau. Zolang onze schulden ons niet inhalen, kunnen we met het vingertje naar anderen wijzen. Maar de euro is nadrukkelijk op onze leest geschoeid. En nu dat achteraf blijkt dat we zelf niet feilloos zijn geweest, zou het van grootsheid getuigen als we zelf ook verantwoordelijkheid nemen voor onze fouten en we de Grieken vergeven.