Europa

Een eervolle aftocht voor de Grieken

Griekenland was en is niet klaar voor de Euro. De Eurolanden zullen nog jaren bezig zijn om de Griekse cultuur met leningen om te vormen.
1 februari 2012

Als Griekenland in 2020 zijn staatsschuld heeft teruggebracht tot 120% van het nationaal inkomen, is het net zover als Italië nu is. Voordat Mario Monti als hervormer werd aangesteld, vonden beleggers dat percentage oncomfortabel hoog. Met Monti aan het roer is er blijkbaar vertrouwen dat schulden worden afgebouwd en de economie competitief wordt. In Griekenland daarentegen brokkelt het vertrouwen af met ieder doel dat niet binnen de gestelde termijn wordt gehaald.

Dat er een te hoge staatsschuld is, of een economie die niet kan concurreren met andere landen, is een symptoom, maar niet de oorzaak van het probleem. De Grieken hebben een andere werkhouding, die competitie vermijdt en gevestigde belangen bevoordeeld. Ook heeft het een bestuurscultuur die belangenverstrengeling en corruptie tolereert. Door het Trojka te sturen, proberen we met symptoombestrijding de onderliggende culturele oorzaken te verhelpen.

Griekenland was en is niet klaar voor de Euro. Om een vast wisselkoersmechanisme in stand te houden, is het van belang dat alle spelers hetzelfde spel spelen. Het daartoe dienend beleid is geworteld in de heersende, Noordwest-Europese cultuur. Van de Grieken wordt daarmee een schikking naar buitenlandse waarden en normen gevraagd. Op zeer korte termijn. Maar gezien de voortdurende vertragingen lijkt er onvoldoende draagvlak te zijn voor verandering.

De huidige patstelling is echter verklaarbaar. Culturele assimilatie is een traag proces en resultaat is niet gegarandeerd. Het vraagt een volk om zijn wezen te veranderen. In dit geval vormen we die aanpassing met financiële middelen, die normaal werken in een omgeving van snelheid en voorspelbaarheid. Het zou de andere landen bovendien niet misstaan naar zichzelf te kijken. Griekenland is destijds toegelaten tot de euro, ondanks dat niet aan alle criteria werd voldaan.

Toch wordt er weinig verbondenheid met de Grieken gevoeld. De huidige maatregelen zijn tijdelijk en ingesteld om crisis in de unie en dus in eigen land af te wenden. Er is geen draagvlak voor structurele steun. Aan de andere kant is het onwaarschijnlijk dat de eurolanden er vanaf komen zonder zelf kosten te maken. Zowel de huidige strategie van een gedeeltelijk bankroet, als wel de eventuele uittreding uit de euro, zullen de belastingbetaler uiteindelijk geld kosten.

Willen de eurolanden de unie bij elkaar houden, dan begint de oplossing in Griekenland. Ze kunnen enerzijds op de huidige manier verder te gaan. Dat betekent geduld opbrengen, blijven bijsturen, meer lenen en zo de langzaam de cultuur omvormen. Waarschijnlijk ook na 2020. Anderzijds zouden ze Griekenland ertoe kunnen bewegen om zelf de unie te verlaten onder het mom van behoud van culturele eigenheid en zelfbeschikking. Griekenland krijgt daarmee weer lucht; de andere eurolanden kunnen zich op overmacht beroepen als ze de kosten van het bankroet aan het electoraat verkopen.