Hollandse zaken

Maffe prinsen en hun volk

Of het nu prins Carnaval of prins Friso is, dat prinsen niet sporen is nog daar aan toe. Maar dat het volk er in optocht achteraan loopt?
18 februari 2012

De één loopt al lallend door de stad, de ander schuift op zijn buik de berg af. Ach, dat die prinsen niet sporen is nog daar aan toe, maar dat het volk er in optocht achteraan loopt? Het is vervelend voor prins Johan Friso en zijn familie dat een skitochtje hem slecht is bekomen. Dat is hem niet gegund. Maar moeten we met zijn allen toegeven aan deze gekte? Wat brengt de nieuwsbrengende media ertoe om zoveel tijd te wijden aan zo’n weinigzeggende gebeurtenis. De beste man is niet eens meer in de lijn van opvolging voor de troon. Over prins bier, prins sneeuw en de rest.

Dit weekend is er entertainment voor iedereen die het wil. In het zuiden van het land worden de anders door een moraal van fatsoen onderdrukten een weekendje losgelaten voor een losbandig zuipfestijn, waar slecht eten, opzwepende muziek en dronken seks gretig aftrek vinden. Voor anderen is dit het moment om de jaarlijkse exodus naar Oostenrijk te laten plaatsvinden. Samen in de rij voor de lift, als aan een lint geregen weer naar beneden en verkleumde handen ontdooien aan opgewarmde wijn. Gezellig.

Voor het eerst is er dit jaar ook entertainment geregeld voor hen die aan beiden niet deelnemen. De onfortuinlijke prins wordt al bijna dood gewaand op de nationale TV. Journalisten bestormen en masse een provinciaal ziekenhuis in Oostenrijk om aan de kijker uit te leggen dat de prins voorlopig te slapen is gelegd om verder letsel te voorkomen. Zijn redders vertellen desgevraagd over hoe dat ze de prins aantroffen en onderwijzen over pistes en lawines. Necrologieën worden bijgewerkt voor het geval dat.

Het carnaval is er al eeuwen, de trek naar wintersportoorden kwam pas goed op gang in de jaren tachtig en het aanbod van TV en amusement explodeerde in dezelfde tijd doordat commerciële netten aan het aanbod werden toegevoegd. Vroeger was het veel overzichtelijker. Maartje van Weegen had om half zes tien minuten de tijd om alle lokale en internationale nieuwswaardigheden te melden. Soms was er een reporter ter plaatse, die dan via een telefoonlijn inbelde of een eerder opgenomen bandje had opgestuurd.

Toen stond er een handvol journalisten en één cameraploeg aan de deur van een ziekenhuis. Nu geeft een directeur een persconferentie met een behandelend arts aan zijn zijde. De politie en de reddingsbrigade doen hetzelfde. Iedere omroep of krant wil zoveel mogelijk kijkers trekken en dus zijn originaliteit en snelheid vereist. Hierdoor trekt het corps journalistique als een zwerm sprinkhanen over het land om zich te voeden aan de oogst. En net zo snel als ze zijn gekomen, vertrekken ze weer naar een volgend veld.

Zouden we ook tevreden zijn geweest met een jaren-tachtig-stijl berichtgeving over het ongeluk van de prins? Een bericht van twee minuten door een reporter ter plekke, dat in ieder regulier journaal opgevolgd wordt. De Koninklijke familie zeker wel. Wij waarschijnlijk niet. Want het zijn deze bijzondere ontwikkelingen die een aangename spanning en een gevoel van collectieve betrokkenheid in ons leven brengen. De prins gewond? Hij zal het toch overleven? Mocht hij het niet overleven, dan kunnen we gezamenlijk zwelgen in verdriet.

Aangezien journalisten gewoon mensen met dienst zijn, is het logisch dat journalistiek een door aanbod gedreven business is. De redactie is de klant van zijn eigen nieuws en dus worden de kijkers vanzelf daarin meegesleept. Zo treedt er een wisselwerking op, waar nieuws in stand wordt gehouden met meer nieuws. Totdat er daadwerkelijk niets meer op het veld te vinden is. Dan is de spanning eraf, het leed geleden en is de kijker toe aan een nieuwe rush aan ervaringen. Onze gevoelens zoeken dan naar ander nieuws om zich aan te laven.

Het ongeluk van de prins kent een bizarre timing. De komende dagen zijn de volkse hoogtijdagen, waarin we mogen bijkomen van het harde werken en het leven dat daardoor bijhoort. Het is dé periode waarin genot en morele vrijheid worden gevierd. Hiermee is voor velen al een verlangen naar spanning en collectiviteit vervuld. Voor hen is het ongeluk van de prins hoogstens een afleiding naar die periode toe, maar daarna ondergeschikt aan de allang geplande feesten. Behalve dan voor diegenen die thuisblijven. Die hebben altijd de onfortuinlijke prins nog.