Limburg, Openbaar bestuur

Een integer bestuur is geen kwestie van gunnen

Limburg heeft een Integriteitskamer nodig, die ver van de politiek af staat en onafhankelijk onderzoek doet binnen provincie en gemeenten.
5 mei 2021 | De Limburger

Het is toch raar dat de affaire rond Herman Vrehen (CDA) van stichting IKL en het niet als nevenfunctie gemelde adviesbedrijf van Ger Koopmans (CDA) pas voor ophef zorgen als kranten erover schrijven. Steeds waren anderen op de hoogte van de gang van zaken, maar werd niet de noodzaak gevoeld om er iets mee te doen. Zo zijn het dan blijkbaar de kranten die over de integriteit van het openbare bestuur waken. De vraag is waarom de provincie en gemeenten dat eigenlijk niet zelf doen.

Verguld
Informateur Onno Hoes (VVD) sprak na zijn tussenrapportage van de verkenning voor een nieuw college van Gedeputeerde Staten in Limburg over de verfijnde netwerken die er in Limburg zouden zijn en de noodzaak om ‘een stuk zakelijkheid in te bouwen’. Hij zal het vast niet zo bedoeld hebben, maar een milieuvergunning erdoor drukken voor een nieuwe dakkapel kan voor de betrokkenen een prima zakelijke transactie zijn. Bestuurders moeten niet zakelijker worden, maar afstandelijker en formeler.

De veronderstelde relatie tussen de verfijnde netwerken en een bestuurscultuur hoeft er ook helemaal niet te zijn. Als de wil er is, dan kun je een bestuurscultuur van boven (her)vormen en die daarna laten doordringen in de netwerken. Blijkbaar zijn bestuurders nu zo gehouden aan een netwerk of zo verguld over hun plek erin dat wegkijken en vergeven meer lonen dan zich houden aan regels. Met die bestuurders in de buurt van de macht is een gedragscode zinloos en het aankaarten van misstanden een carrière-beschadigende stap.

Kritisch
Het Limburgse zwijgen maakt dan van een overheid voor iedereen er één die eerst een minderheid van honderden ingewijden dient en daarna de overige miljoen Limburgers die zo stom waren om zich niet in zo’n invloedrijke positie te manoeuvreren. Een professioneel bestuur kun je in zo’n cultuur vergeten, omdat het zich laten gunnen van werk en contracten niet helpt om de competentste mensen op de juiste plekken te krijgen. Dat verkwanselt niet alleen belastinggeld nu, maar ook de toekomst van Limburg.

Waar het aan schort is om zonder consequenties dingen kritisch te mogen bevragen, iets wat vooralsnog alleen journalisten doen. Met een wijdverspreide gedragscode zullen velen wel weten wat goed en fout is. Die hebben nu een loket ver weg nodig waar ze twijfels over het gedrag van bestuurders of ambtenaren kunnen uitspreken of advies kunnen inwinnen over hoe zelf te handelen. Het doel is niet om mensen erbij te lappen of om iedere fout af te straffen, maar om het lerende en zelfreinigende vermogen van organisaties te bevorderen.

Strafbankje
Het loket zou apolitiek moeten zijn, fysiek gescheiden van provinciale en gemeentelijke overheden die het controleert en ongevraagd zelf onderzoek moeten doen naar mogelijke misstanden. Het zou als Integriteitskamer kunnen lijken op de Zuidelijke Rekenkamer, die publieke bestedingen beoordeelt, maar dan in een aparte adviserende en controlerende rol. Bevindingen worden aangeboden aan de relevante gemeenteraad of Provinciale Staten en zijn met anonimiteit voor klokkenluiders publiek.

Zo’n integriteitskamer verankert het streven naar integriteit en maakt een einde aan het keuren van het vlees door de slager, iets dat al decennia tot hetzelfde miserabele resultaat leidt. Zoals ik al eerder betoogde: als het Limburg zelf niet lukt om het bestuur van een Nederlandse provincie Nederlands te maken, dan hoort het in het strafbankje. Er moet niet wat meer zakelijkheid worden ingebouwd, zoals Hoes zei, maar die afstand die ervoor zorgt dat iedereen gelijke kansen krijgt en Limburg daarmee het best mogelijke bestuur.

Dit artikel verscheen bij De Limburger op 11 mei 2021.